Het Joodse kindertehuis: het verhaal van mijn moeder
Bij ons thuis draaide alles om de
Tweede Wereldoorlog. Er ging bijna geen dag voorbij zonder dat het over de
oorlog ging. Toen ik jong was wist ik niet dat mijn ouders behoorlijk
getraumatiseerd waren door de gebeurtenissen die ze in de oorlog hadden meegemaakt. Alles wat ik hier vertel is
de weergave zoals mijn ouders het ons jarenlang hebben verteld. Het gaat over gebeurtenissen
uit de Tweede Wereldoorlog, die mijn moeder haar hele leven achtervolgd hebben.
Mijn moeder is geboren op 5
december 1929 in Eisden (Belgiƫ). Wanneer ze vier jaar oud is komt ze in Leiden in het kindertehuis
terecht. Ze zou daar blijven tot haar 21e jaar. Ze heeft het niet gemakkelijk
bij de nonnen. Ze wordt regelmatig geslagen met stokken en riemen.
Wanneer ze zes jaar oud is moet
ze gaan helpen in een lijkenhuisje dat bij het tehuis hoort. Wanneer op 10 mei
1940 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt is mijn moeder bijna tien jaar oud.
De eerste dagen van de oorlog is
het wat wennen. Mijn moeder en de andere kinderen mogen de eerste dagen niet
naar buiten. Na een aantal dagen, als alles weer wat gewoon is, mogen ze weer
naar buiten. Ze krijgen weer school (o.a. handwerkles) en mijn moeder doet haar
werkzaamheden in het lijkenhuisje.
In 1943 ligt ze vaak wakker van
de vliegtuigen, die op weg zijn om steden in Duitsland te bombarderen. Regelmatig
gaan de nonnen met de kinderen naar buiten en lopen altijd langs een Joods kindertehuis in de roodenbugerstraat in leiden
Op 17 Maart 1943 lopen ze
daar ook weer. Over wat ze dan ziet zal ze haar hele leven praten en het zal haar
blijven achtervolgen.
Als ze de roodenburgstraat op lopen
en bij het joods kindertehuis aankomen, zien ze dat er verschillende Duitse trucks
staan met allemaal Duitse soldaten. Die zijn bezig het kindertehuis leeg
te halen. De kinderen van het huis moeten allemaal in de trucks die klaar staan. Op een
gegeven moment ziet mijn moeder een paar jonge kinderen die het niet lukt
om in de truck te stappen. Een paar Duitse soldaten lopen naar hen toe. De
kinderen worden bij hun enkels gepakt en als oud vuil in de truck gesmeten. De voorbijkomende
kinderen en nonnen raken erg overstuur.
Op dat moment duwt een Duitse soldaat en geweerloop in haar rug en maakt hen duidelijk
dat ze weg moeten. Ze keren om en gaan naar het kindertehuis terug.
Dat mijn moeder van deze
gebeurtenis een trauma heeft op gelopen, blijkt vele jaren later.
Het is 1975 en het is dan 30 jaar
geleden dat Nederland is bevrijd. Mijn moeder woont in Haarlem samen met mijn
vader, mijn zus, mij en mijn broertje. We wonen op het Cremerplein 37 in
Haarlem. De Barteljorisstraat is niet ver van ons huis. Daar vinden op dat
moment de filmopnames plaats van het boek “De schuilplaats” van Corrie ten Boom. In de Barteljorisstraat heeft Corrie’s
vader een klokkenwinkel. Tijdens de oorlog was daar een schuilplaats voor
mensen die moesten onderduiken of vluchten voor de Duitsers. Ze worden verraden
en er volgt een inval door de Duitsers. Deze gebeurtenissen waren ze daar aan
het opnemen.
Zoals wel vaker gingen mijn
ouders in de avond wandelen. Mijn zus paste dan op mij en mijn broertje. Zo ook
die avond. Na wat gelopen te hebben komen ze in de buurt van de klokkenwinkel
in de Barteljorisstraat. Er staan Duitse trucks in de straat en acteurs verkleed
als Duitse soldaten. Op een gegeven moment ziet mijn moeder de Duitse
trucks en soldaten op het dak en op de grond.
Ze raakt helemaal buiten zinnen en in totale paniek. Op dat moment ziet
ze weer voor haar hoe het Joods kindertehuis in Arnhem wordt leeggehaald door
de Duitsers.
De filmploeg probeert haar nog duidelijk
te maken dat het filmopname is, maar niks kan haar tot bedaren brengen. De
inmiddels opgeroepen politie weet ook niet wat ze moeten doen. Mijn vader
vertelt hen van de achtergrond en waarom ze zo buiten zinnen is. Daarop
besluiten de agenten hen thuis te brengen. Als de politie- auto voor ons huis stopt
ziet mijn zus mijn ouders uitstappen. Als ze de deur open doet vertelt mijn vader
en de politie wat er is voorgevallen. Het lukt mijn zus na lang praten om haar
tot rust te brengen. Jaren later zou mijn zus over deze dag zeggen, dat ze
nooit meer een zo bang en angstig iemand heeft meegemaakt.
Ik heb deze gebeurtenissen weergegeven
zoals mijn moeder ons jaren lang verteld heeft.
Klaas Korver